de familie Kuipers
Opa en oma Kuipers
Hoewel ik mijn website eigenlijk uitsluitend bedoeld heb voor de familie Boekhoud wil ik toch enige aandacht schenken aan mijn familie van moederskant en mijn herinneringen uit mijn jeugd. Ik heb de voorgeschiedenis van die familierelatie's niet nagezocht maar mij beperkt tot mijn grootvader en grootmoeder Kuipers en hun kinderen voor zover ik de gegevens nog weet.
De officiële gegevens van de onderstaande familierelatie's heb ik gevonden in een notariële akte van 31 dec. 1982 na het overlijden van mijn oudtante Geerdina Dijk, (28 dec 1884 - 17 nov 1982), een zuster van oma Trui, en van welke gegevens ik dankbaar gebruik heb gemaakt.
Ik schrijf hieronder wat ik mij herinner over mijn opa en oma Kuipers. Veel is het niet omdat het zo lang geleden is en ik niet zoveel contact met mijn grootouders Kuipers en ooms en tantes had, met uitzondering van mijn tante Geesien Kuipers en haar man oom Jan Bruinsma.
Opa en oma hadden 9 kinderen (zie hieronder) en dat was in die tijd, zeg rond 1900, geen buitengewoon aantal.
De foto is mij enkele jaren geleden door mijn familie toegestuurd. Wanneer de foto is gemaakt weet ik niet maar gezien de pose, de kleding en de entourage is het mogelijk een bruiloftsfoto ter gelegenheid van hun 40- of 50-jarig huwelijk.
Over opa Jan.
Van opa Jan's karakter weet ik niets meer en omdat al mijn ooms en tantes die mij hadden kunnen helpen overleden zijn kan ik het ook niet meer achterhalen. Wel weet ik nog wat kleinigheden van hem die ik graag wil vertellen.
Opa Jan is ooit ook schaapherder geweest. Sommige schaapherders zoals opa Jan breidden in die tijd tijdens het herderen voor wat bijverdiensten, wanten, sokken en mutsen en zo. Opa heeft voor mij ook eens wanten en kniekousen van wol gebreid.
Opa Jan leefde in een tijd dat veel kinderen in hun jeugd geen onderwijs kregen. Dat moet de reden geweest zijn dat opa niet kon lezen. Het nieuws uit de krant werd voorgelezen door oma Trui. Omdat oma verziend was en geen leesbril had gebruikte zij een grote loep.
Opa had op zijn linkerpols een dikke bult, een zgn. ganglion. Mijn broer Henk had twee keer een ganglion op zijn linkerpols en jaren geleden had ik een ganglion op mijn - jawel - linkerpols. Mijn oomzegger Hans vertelde dat ook hij een ganglion op zijn - natuurlijk - linkerpols had gehad. En als klap op de vuurpijl: mijn nicht Lucie Kuipers heeft een ganglion gehad aan haar linkerpols - dit keer wel aan de onderkant. Verschil moet er zijn natuurlijk, maar over genetisch bepaald gesproken!
Opa rookte pijp. Hij had aan een muur in de woonkamer een pijpenrek hangen met iets van zes verschillende pijpen of zo. Ik herinner mij dat hij al reutelend zijn pijp rookte en dat ik de rooklucht, net als nu nog steeds, maar heel slecht kon verdragen. Het volgende is geen grapje. Tijdens de tweede wereldoorlog, als er geen tabak voorhanden was, rookte hij gedroogde boerenkoolbladeren; en stinken!
Hij droeg binnen- en buitenshuis altijd een pet en als hem iets niet zinde dreigde hij met die pet een mep te geven. Of hij het ooit echt heeft gedaan weet ik niet.
De diepe rieten kraakstoel met hoge rugleuning was natuurlijk van hem. Ik herinner mij hem binnenshuis niet anders dan zittend in die stoel, veelal pijprokend en altijd met zijn pet op.
Zoals op de foto is te zien had opa Jan nogal felle ogen. Waar had ik die meer gezien? Ik vond ze terug op een foto waarop ik 1 jaar was. Dezelfde ogen en daarom heet ik natuurlijk ook Jan. Overigens ben ik naar hem vernoemd.
En over oma Trui.
Ook over haar karakter en zo weet ik niets meer. Ik herinner mij toch nog een paar kleinigheden die ik graag wil vertellen.
Oma Trui had veel en lang haar zoals je op haar foto kunt zien. 's Morgens borstelde zij dat, vooroverstaand, gedurende lange tijd. Als ze klaar was vlocht ze het tot een vlecht en bond dat ergens op haar hoofd tot een knot. Jammerlijk natuurlijk, tegenwoordig zouden kapsters er wel raad mee weten!
Oma droeg in mijn jeugd altijd donkere, vaak zwarte, kleding; de "zondagse" jurk soms met witte stippeltjes. Haar schort was ook niet zo vrolijk maar daar zat toch nog wel een beetje kleur op.
Ze bakte 's morgens spekpannekoeken voor het gezin, vooral voor mijn ooms die nogal zwaar werk moesten verrichten in de tuin- en akkerbouw. Als nagerecht kregen ze havermoutpap, zo dik dat een lepel er bijna letterlijk rechtop in bleef staan. Waarom weet ik niet meer maar oma Trui deed in die pap altijd een flinke hoeveelheid zout. Toen ik een jaar of 5 was en met mijn moeder bij opa en oma op bezoek was, mocht ik van moeder de pap laten staan omdat ik die niet luste. Met permissie: het was niet te vreten.
Ik dacht altijd dat mijn nicht Grietje Bruinsma (kleindochter van oma Kuipers) veel op haar vader leek, dat was min of meer ook wel zo maar toen ik oma Trui op de foto zag dacht ik direct; dat is mijn nicht Grietje - sprekend!
Over hun kinderen en kleinkinderen.
Over de 9 kinderen vind je onderstaand een klein verhaaltje. De kleinkinderen heb ik alleen bij naam genoemd.
Reina Kuipers (14-11-1898/8-6-1960) + Jan Dik (11-8-1901/26-2-1987).
Trui (Geertruida) Kuipers ( ? / ? )
Wiebe Dik (23-9-1928/ ? )
Tante Rein was zorgzaam en wel lief maar ook nogal pinnig. Zij was (zacht gezegd) zeer proper (soms op het absurde af) en hield zich voornamelijk bezig met het huishouden. Wel maakte zij altijd de melkbussen schoon die oom Jan gebruikte.
Oom Jan was een schat van een man. Zeer zorgzaam en vriendelijk. Zijn beroep was melkboer en hij leverde zijn waren met een bakfiets bij zijn klanten aan huis. Dat was in die tijd, zeg 1920 - 1960 heel gewoon.
Geesien Kuipers (18-11-1906/21-12-1951 ) + Jan Bruinsma (5-3-1899/ ? )
Grietje Bruinsma (28-9-1912/ ? ).
Jan Bruinsma (9-10-1913/ ? ).
Albert Bruinsma (13-5-1927/ ? ).
Rienko Bruinsma (13-4-1929/ ? ).
Truida (Geertruida) Bruinsma (13-9-1930/ ? ).
Tinie (Jantina Hendrika) Bruinsma (3-10-1935/ ? ).
Tante Gees was een heel lieve vrouw en onmiskenbaar de spil van het gezin zonder dat zij die rol opeiste. Buitegewoon zorgzaam ook, al wist zij best haar kinderen (en pleegkind Jan) aan het werk te zetten. Rond 1945-1946 toen ik door haar en oom Jan verzorgd werd was zij voor mij mijn tweede moeder.
Oom Jan was in zekere opzichten een scharrelaar. De familie had een kruidenierswinkel maar daarnaast handelde hij in van alles en nog wat, moest er een brug bediend worden, etc. etc. Of het allemaal de toets van de wet kon doorstaan, daar zullen we het maar niet over hebben. Hij liet duidelijk het huishouden over aan zijn vrouw.
Rienko Kuipers (13-9-1903/ ? ) + Kinie (Greta?) Beer ( ? / ? ).
Hun huwelijk bleef kinderloos.
Oom Rienko was een aardige man. Hij lustte graag een borrel en, als hij genoeg had ingenomen, bijvoorbeeld op familiefeestjes, werd hij erg vrolijk en begon hij een bepaald levenslied te zingen. Tante Kinie waarschuwde dan de jarige: "niet meer drank!"
In de familie stond de vrouw van oom Rienko bekend als (tante) Kinie hoewel zij in een notariële akte als Greta is opgenomen. Tante Kinie was een lieve, wat bescheiden vrouw. Mijn jongste broer Karl is rond de jaren 1945 door hen verzorgd.
Willem Kuipers (8-7-1906/ ? ) + Luiktje Feiken (22-9-1906/ ? ).
Jan Kuipers (17-10-1935/ ? )
Oom Willem was alcoholist. Hij plaagde graag zijn neven en nichten.
Van tante Luiktje meen ik mij te herinneren dat zij nogal bazig was.
Klare Kuipers (26-11-1908/12-12-1979) + Jacob Boekhoud (17-11-1908/9-11-1990)
Henk (Hendrik Lourens) Boekhoud (8-9-1931/ ? )
Jan Boekhoud (de eigenaar van deze website dus) (28-9-1934/ * )
Karl (Jacob Karl) Boekhoud (1-7-1941/20-4-2012)
Mijn moeder Klare was een zorgzame vrouw. Doorgaans was zij meegaand maar af en toe, als zij vond dat ze gelijk had, bleef zij op haar strepen staan.
Mijn vader Jacob was een opportunist en nogal ingenomen met zichzelf. Hij stelde zich binnen het gezin op als de patriarch. Mijn vader zorgde goed voor zijn gezin. Hij geloofde steevast in voortekenen en waarzeggerij.
Zwaantje Kuipers (11-8-1911/ ? ) + Klaas Deen (23-3-1910/ ? )
Geesje (Geesien Geertruida) Deen (15-8-1941/ * )
Truusje (Geertruida) Deen ( ? / ? )
Van mijn tante Zwaantje weet ik niets meer; misschien dat mijn neven of nichten nog iets weten.
Oom Klaas had een gezond voorkomen, peper-en-zout-kleurig stekeltjeshaar en blozende wangen. Hij was buschauffeur bij de Gado, destijds een busmaatschappij in Groningen.
Lüdde (Luitje) Kuipers (31-10-1913/ ? ) + Trijntje Mooibroek (9-?-1912/ ? ).
Truida Kuipers ( ? / ? )
Luutje Kuipers ( ? / ? )
Jan Kuipers ( ? / ? )
Over oom Lüdde en tante Trientje kan ik kort zijn. Ik weet niets meer van hen.
Martha Kuipers (19-1-1916/ ? ) + Christian H. Haan (12-9-1912/ ? )
Roelie (Roelfien) Haan (18-9-1940/ ? )
Jan Haan (14-11-1946/ ? )
Tante Martha leek wat betreft kakrakter veel op mijn moeder Klare. Zij hield zich alleen bezig met het huishouden.
Van het karakter van oom Chris weet ik na zoveel jaar niets meer te schrijven wat van belang is. Zijn beroep was eerst timmerman. In latere jaren heeft hij gestudeerd en is na het behalen van een akte, leraar houtbewerking geworden op een ambachtsschool.
Herman Kuipers (8-2-1918/ 1998 ) + Aaltje Koers (16-8-1923/19-6-2007 )
Lucie Kuipers ( 22-6-1948 / * )
Joop Kuipers (12-2-1952/ * )
Oom Herman was een vriendelijke man. Hij heeft lang gewerkt bij boeren maar heeft zich in die tijd door studie ontwikkeld tot hovenier en werkte jarenlang bij de plantsoendienst van de gemeente Musselkanaal.
Tante Alie was een lieve maar dominantie vrouw. Zij is jarenlang correspondente voor het Nieuwsblad van het Noorden geweest
Nog een paar dingen in en rond het huis.
In de woonkamer stond een soort plattebuiskachel die gestookt werd met turf.Aan de bovenkant had die kachel een vernikkelde reling waar de mannen in de winter hun voeten op konden leggen om ze te warmen. Op de bovenkant van de kachel lagen, op ik meen drie plaatsen, een aantal concentrische gietijzeren ringen die, naar mate van de grootte van de pan, met een haak verwijderd konden worden zodat het vuur rechtstreeks de potten en pannen verwarmde. Vaak stond er ook een zakketel, zoals hiernaast afgebeeld, op de kachel waar de hitte en het vuur om de "zak" konden spelen.
Op de kachel stond, op een wat koelere plek, vaak een groen geëmailleerde metalen koffiekan met een lange tuit. Daarin zette mijn oma de zgn. "kannetjeskoffie". Dat was: gemalen koffie in de kan, kokend water er op, op de kachel zetten en als het koffiedik in de tuit 3 keer "prut" had gezegd was de koffie klaar. (Zo is het mij althans verteld). Je moest bij het schenken van deze koffie wel een zeefje gebruiken anders kreeg je met de koffie ook een hoeveelheid koffiedrab mee! Je kreeg van oma Trui geen suiker in de koffie maar inplaats daarvan een "klontje" (= kandij) die je in de mond nam zodat de koffie er langs kon spoelen.
Ik weet ook nog dat opa en oma om koffie te zetten een zgn. "kraantjeskan" met de nodige toebehoren hadden, zoals een driekantige onderzetter en een spirituslichtje. Of hun zwartgelakte koffiekan, die naar ik meen gedecoreerd was met bloemmotieven, nog gebruikt werd weet ik niet meer. Als ik aan die kraantjeskan terugdenk word ik steeds wat hebberig, niet vanwege de waarde maar omdat het wel bij opa en oma hoorde en de kan antiek was. De kraantjeskan op de foto hiernaast is niet de kan die opa en oma hadden maar hun kraantjeskan zag er ongeveer zo uit. Je begrijpt nu vast waarom ik die wel had willen hebben.
Opa en oma hadden een heel diepe achtertuin, naar ik meen wel een 50 - 60 meter. Misschien nog wel dieper. Waarom ze zo'n diepe tuin hadden kun je lezen in "Over.../de Veenkoloniën". Achter het huis was een grasveldje omringd met bloemen (een kleine 10 meter diep of zo?) en daarachter dus de grote moestuin die aan het eind begrenst werd door een sloot. Achter de bloementuin lag aan de rechterkant een gemetselde "misgat" (letterlijk "mestgat") waarin allerlei overbodige (plantaardige) zaken werden gedumpt. Ik ben ooit in dat gat gevallen en had de pech dat die toen net geleegd was zodat ik in een laag smerig water viel. Ik denk dat ik toen vast wel knap gestonken heb.
Boven het gazon was heel laag een waslijn gespannen. Toen ik als kind van een jaar of 7 over dat gazon rende zag ik de draad niet en liep er met volle snelheid met mijn keel tegenaan. Ik viel achterover en weet nog dat mijn keel heel erg zeer deed.