De Martinitoren
Of op zijn Gronings "Ôle Grieze" (= Oude Grijze)
Als het eerste en het bekendste symbool voor de stad en de provincie Groningen, en zelfs landelijk, geldt met zijn 96,8 meter hoogte de Martinitoren. Met deze hoogte is de Martinitoren de 6e hoogste in Nederland.
De toren en de bijbehorende Martinikerk danken hun naam aan Sint Martinus oftewel St. Maarten. De heilige Martinus van Tours (316-397) was de patroonheilige van het bisdom Utrecht waartoe Groningen toen lang behoorde.
De eerste toren werd gebouwd in de 13e eeuw, dus ergens tussen de jaren 1200 en 1300. Door blikseminslag werd deze toren in latere jaren 2 keer vernietigd. De derde toren, die er nu nog steeds staat, werd grotendeels gebouwd in de jaren 1469 - 1482. De houten bovenbouw en de spits waren pas klaar in 1548. De toren zou toen meer dan 100 meter hoog geweest zijn en volgens onmogelijke verhalen zelfs 127 meter.
In de jaren vóór 1577 werd de stad belegerd door Spaanse en Waalse troepen. Toen in 1577 de troepen zich terugtrokken werden op de derde trans vreugdevuren ontstoken. De houten bovenbouw vloog toen in de fik en de toren stortte gedeeltelijk in. Er bleef toen 69 meter bewaard. (De vergelijking met het vijfde wereldwonder, de vuurtoren van Pharos in Alexandrie (ca 1259 v. Chr.) dringt zich dan op nietwaar?. (Ik had het in elk geval wel willen zien J.B.)) Het herstel van de toren werd afgerond in 1627. De Martinitoren heeft de tweede wereldoorlog redelijk ongeschonden overleefd.
Zoals elke zichzelf respecterende toren heeft de Martinitoren de nodige luiklokken en een beiaard. (And if you are interested: between minutes 9.35 and 10.10 you can see how Dutch people are parking there bicycle!)
Luiklokken
In 1577 en 1578 werden 3 grote luiklokken in de toren geïnstalleerd, resp. de Salvator (7850 kg), de grote Borgerklok (4200 kg) en de kleine Borgerklok (3400 kg). Eeuwenlang hebben deze klokken vreugde en verdriet, oorlog en vrede over het Groningse land aangekondigd. In 1826 werd deze traditie jammer genoeg afgeschaft.
In 1994 werd ter gelegenheid van het 950 jaar bestaan van de stad Groningen een nieuwe klok geïnstalleerd die "Kromstaart" heet naar een zilveren munt die in vroegere eeuwen honderden jaren in gebruik was. Op deze klok, met gewicht van 5550 kg. staat het volgende rijm:
Kromstaart mag men mij noemen, de Groningers
zal ik roemen, want volk van stad en land schonk mij
met milde hand. 1440-1990 Groningen stad 950 jaar.
Nadien zijn van andere gebouwen en van de gieterij Eijsbouts nog een aantal luiklokken geïnstalleerd zodat er nu 12 luiklokken in de Martinitoren hangen, landelijk het grootste aantal na de Domtoren in Utrecht. Als al deze klokken met een gezamenlijk gewicht van meer dan 25.000 kg (jawel, meer dan 25 ton) allemaal tegelijk geluid worden kan men verwachten dat de toren de neiging heeft wat te gaan staan wiebelen. Geen centimeters, maar toch....
De hierboven staande alinea is begin september 2011 opgesteld. Op 27 september 2011 heeft een Duitse firma in opdracht van de stad Groningen metingen verricht om de invloeden van het klokkenluiden op de toren te meten omdat het niet uitgesloten kon worden dat door het luiden van al die klokken schade aan de toren zou kunnen ontstaan.
Hieronder staat een filmpje waarop te horen is hoe de klokken met zijn allen klinken. Even een paar minuten volhouden, want de grote klokken beginnen wat later.
De Beiaard (Carillon)
De beiaard van de Martinitoren is in 1662/1663 grotendeels gegoten door de familie Hemony en was oorspronkelijk 3 octaven groot. (32 klokken) In 1984 voegde men er 5 kleinere en 2 grotere klokken aan toe die ook nu nog het uur en het halfuurslag doen klinken. Tegenwoordig omvat de beiaard 4 octaven ofwel 49 klokken waarnaast er nog 3 luidlokken beschikbaar zijn. In totaal beschikt de beiaard dus over 52 klokken en dat is op de Domtoren na de grootste in Nederland. Als u de beiaard wilt horen hoe deze klinkt klik dan even op het onderstaande filmpje.
www.youtube.com/watch?v=xs-Rmams-aY
De Martinikerk
Van de bij de Martinitoren behorende Martinikerk (hoewel de stad Groningen eigenaar is van de toren is het eigenlijk andersom natuurlijk) is bekend dat er omstreeks het jaar 1000 al een kerk stond aan het Martinikerkof. Daarvan zijn restanten teruggevonden tijdens de laatste restauratie van de fundamenten van de huidige kerk. Als u over kerk meer informatie wilt kunt u die vinden onder
www.martinikerk.nl
Sunt Meerten-lopen of lichieslopen (=Lichtjeslopen)
Op 11 november, de naamdag van Sint Maarten, is het traditie dat kinderen met een lampion (1) waarin een brandende kaars in de buurt langs de deuren gaan om bij buren, familie en kennissen met het zingen van een liedje over Sunt Meerten wat snoep, een paar centen of zoiets op te halen. (2) Een paar van deze liedjes zijn als volgt:
Sunt Sunt Meerten Sint Sint Maarten
koien droagen steerten, koeien dragen staarten
hier woont een riek man hier woont een rijke man
dei wel wat missen kan die wel wat missen kan
geef mie 'n appel of 'n peer geef mij een appel of een peer
kom ik 't haile joar nait weer. kom ik 't hele jaar niet weer.
Een andere versje is:
Sunt Metinus bisschop Sint Martinus bisschop
roem van aale laanden roem van alle landen
dat ik hier met lichies loop dat ik hier met lichtjes loop
is veur ons gain schaande is voor ons geen schande
Hier woont ain riek man hier woont een rijke man
dei ons wel wat geven kan die ons wel wat geven kan
ain cent, 'n appel of ain peer een cent, 'n appel of een peer
kom ik 't huile joar nait weer. kom ik het hele jaar niet weer
't Haile joar dat duurt zolank 't hele jaar dat duurt zolang
tot mien lichie branden kan als mijn lichtje branden kan
Nog een variant is:
Sunter Meerten tuutje Sinter Maarten tuutje (3)
mien voader dei hait Luutje mijn vader die heet Luutje
mien mouder dei hait Jantje mijn moeder die heet Jantje
geef mie 'n cent in 't handje geef me een cent in 't handje
geef mie ain appel of ain peer geef me een appel of een peer
den kom ik 't haile joar nait weer. dan kom ik 't hele jaar niet weer.
En als je niks kreeg werd gezongen:
Hier woont juffrouw Kikkerbil hier woont juffrouw Kikkerbil
dei ons niks meer geven wil. die ons niks meer geven wil.
(1) Soms wordt er een uitgeholde suikerbiet met uitgesneden gaten gebruikt. De biet is dan aan de buitenkant met inkervingen versierd. De kinderen droegen deze biet aan een ijzerdraadje. De vergelijking met Halloween in Amerika ligt dan voor de hand nietwaar.
(2) Je kunt dit vergelijken met het Driekoningen-zingen in het Brabantse. Daar gaan (meestal op 6 januari) kinderen langs de deur, heel vaak leuk verkleed als de drie koningen Casper, Melchior en Balthasar en verwachten na het zingen van bijvoorbeeld het volgende liedje wat snoep of fruit, of wat centen of zo. En dan niet verbaasd zijn als er 2 of 4 koningen aan de deur verschijnen! (en het Brabantse accent moet je er zelf maar bij bedenken)
Drie koningen, drie koningen, geef mij een nieuwe hoed,
De ouwe is versleten, mijn moeder mag 't niet weten:
mijn vader heeft het geld op de toonbank neergeteld.
(3) Ook al ben ik een Groninger, ik heb geen flauw idee wat "tuutje" is.
Ik kreeg later informatie dat een "tuutje" een kusje is. In de Veenkoloniën zegt men echter "tûtje" vandaar het onbegrip. (J.B.)